Dit is een
FeitFeit – maar niet helemaal.
Genen spelen inderdaad een rol in hoe je lichaam reageert op alcohol. Komt alcoholmisbruik of verslaving in je familie voor? Dan is het slim om extra alert te zijn op je eigen drinkgedrag. Maar erfelijkheid is maar één stukje van de puzzel: ook je omgeving, ervaringen en leefstijl hebben invloed.

Wat zegt onderzoek?
Uit onderzoek blijkt dat genen ongeveer 50% van het risico op alcoholproblemen verklaren.
Heeft één van je ouders een alcoholverslaving? Dan heb je 34% meer kans om zelf problemen met alcohol te krijgen.
Zijn beide ouders verslaafd, dan stijgt dat risico zelfs tot 40%.
Bij eeneiige tweelingen (die dezelfde genen hebben) raakt in 53% van de gevallen de ander ook verslaafd als één dat wordt. Bij twee-eiige tweelingen is dat 23%.
Wat doen genen precies?
Genen kunnen invloed hebben op:
- Hoe snel je onder invloed raakt;
- Hoe je beloningssysteem reageert op alcohol;
- Hoe sterk je ‘rem’ is bij het drinken.
Sommige mensen voelen zich snel beroerd na een paar drankjes — zij hebben van nature een ingebouwde waarschuwing. Anderen lijken ‘goed tegen alcohol te kunnen’ en merken weinig nadelen. Juist die groep loopt meer risico om te veel te drinken of afhankelijk te worden.
Meer dan alleen genen
Erfelijkheid is dus belangrijk, maar niet allesbepalend. Ook omgeving en ervaringen spelen mee. Denk aan:
- de invloed van vrienden of een omgeving waar veel wordt gedronken;
- stress, problemen of nare gebeurtenissen;
- of je al jong bent begonnen met drinken.
Verslaving ontstaat door een samenspel van biologische, psychologische en sociale factoren.
Iemand met een erfelijke aanleg die nooit in aanraking komt met alcohol, zal geen verslaving ontwikkelen. En iemand zonder erfelijke aanleg kan juist wél verslaafd raken als alcohol overal om hem of haar heen is.
Wil je hierover eens praten?
Maak het onderwerp bespreekbaar.
👉 Je kunt een gratis adviesgesprek aanvragen om samen te kijken wat bij jouw situatie past.